|
||||||||
|
Als er al één band is, die in de Belgische blues-scène de omschrijving “instituut” verdient, dan is dat zeker het trio van de broers/snarenspelers Fred en Bertrand Lani en drummer Nicolas Sand. Het was even geleden sinds we nog wat van hen hoorden, al kan dat ook aan ons gelegen hebben, maar nu zijn ze er terug. En hoe!?! Op hun nieuwe, zesde plaat doen ze alweer waar ze zo goed in zijn: een dozijn zelfgeschreven songs spelen, stuk voor stuk in bluesjasjes gestoken, maar zonder ook maar één keer in clichés te vervallen. De blues van Chicago wordt afgewisseld met dingen die recht uit de Mississippi Delta zouden kunnen komen of je naar een donkere, rokerige club in New Orleans -al mag dat voor mijn part ook Verviers zijn of Antwerpen zijn- doen afdwalen. Ik noem mezelf geen kennen van het werk van het trio, al zag ik hen in de loop der jaren minstens tien keer live, maar wat ik altijd al het straffe aan deze band vond, was hun manier om als een echt driemanschap te spelen. Niks ego hier: deze drie heren zijn een deel van één geheel en ze kennen erg goed hun aandeel in de totaalklank. Het zou best wel eens kunnen, dat de hand van producer en opper-Seatsniffer Walter Broes er voor een flink deel tussen zit, maar alleszins is het zo, dat deze plaat heel hecht en authentiek klinkt. Nergens wordt overdreven, maar als een gitaarsolo op zijn plaats is, dan komt-ie er ook. Broes speelt zelf mee gitaar en percussie en doet backing-zang, maar vóór alles zorgt hij er voor dat die typische Healers-klank overal goed uit de verf komt en dat levert -, van opener “The Pulse” tot “No Love for Old Men” veel memorabele momenten op. Ik zou onmiddellijk geloofd hebben dat deze plaat (grotendeels) live opgenomen werd, als men mij dat gezegd had, maar niet dus: het is een studioplaat, die net datgene herbergt wat een bluesplaat boven het gemiddelde laat uitstijgen: het klinkt allemaal heel organisch en spontaan en wie de band -dertig jaar en veel kilometers op de teller- weleens live zag, zal mij begrijpen. Dit is de bluesmuziek zoals ze gespeeld moet worden: luid, rauw en pakkend. Dit is The Blues. Die kan snel, rockend of bijna slepend traag gespeeld worden, maar “pakken” doet ze sowieso. “Big Bang” is een nummer dat zijn titel alle eer aandoet, bij “Love Jungle” kun je je benen onmogelijk stil houden en in “Lonesome Light” huilen en janken de gitaren zoals je hoopt dat ze zullen doen als je de songtitel leest. Samengevat: dit is een plaat die de terechte reputatie van Fred and The Healers alle eer aandoet: deze heren spelen in de hoogste klasse van onze blues-scène en ze laat nog maar eens het allerbeste verhopen voor de komende festivals, waar we het trio vast aan het werk zullen kunnen zien. Bijvoorbeeld op 1 mei bij Roots & Roses in Lessines, of verderop in Namur of Liège. (Dani Heyvaert)
|